ECLI:NL:CRVB:2015:4543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand na opschorting wegens niet verschijnen op gesprekken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand van appellant, die niet was verschenen op meerdere gesprekken met het college van burgemeester en wethouders van Hilversum. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was opgeroepen voor een onderzoek naar de continuering van zijn recht op bijstand. Ondanks herhaalde uitnodigingen is appellant niet verschenen, wat leidde tot opschorting en uiteindelijk intrekking van zijn bijstandsrecht. Appellant stelde dat hij door depressieklachten niet in staat was om zijn post te openen en te reageren op de uitnodigingen. De Raad oordeelde echter dat appellant zijn stelling niet met objectieve gegevens had onderbouwd en dat hij had moeten zorgen voor iemand die zijn belangen behartigde. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat het verzuim van appellant om op de uitnodigingen te verschijnen hem kon worden verweten, en dat het college niet verplicht was om extra inspanningen te verrichten om appellant te informeren over de gesprekken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.