ECLI:NL:CRVB:2015:4606
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag om Wubo-toekenningen met betrekking tot oorlogsgeweld
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1932 in het voormalig Nederlands-Indië, herhaaldelijk aanvragen ingediend voor toekenning op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 december 2015 uitspraak gedaan over de afwijzing van de meest recente aanvraag, die was ingediend na eerdere afwijzingen in 2003, 2009 en 2014. De Raad oordeelde dat niet is komen vast te staan dat appellant is getroffen door oorlogsgeweld zoals bedoeld in de Wubo. Appellant had aangevoerd dat zijn zuster wel erkend was, maar de Raad stelde vast dat deze erkenning berustte op een foutieve beslissing en dat het gelijkheidsbeginsel in dit geval niet van toepassing was.
De Raad heeft de eerdere besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad bevestigd, waarbij was overwogen dat appellant niet direct betrokken was bij de door hem genoemde gewelddadige gebeurtenissen. De Raad concludeerde dat de nieuwe feiten die appellant naar voren had gebracht, niet voldoende waren om de eerdere besluiten te herzien. De Raad benadrukte dat de Wubo beperkt is tot specifieke in de wet beschreven gebeurtenissen en dat de door appellant genoemde situaties niet aan deze criteria voldeden. Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag.