Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijs het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin het verzoek om een WIA-uitkering werd afgewezen. Appellante, die zich ziek had gemeld vanwege knieklachten, had eerder een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het Uwv had vastgesteld dat zij geschikt was voor de functies die in het kader van de WIA-beoordeling waren voorgehouden, en dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting op 5 november 2015 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand was gekomen. De verzekeringsarts had een gedegen onderzoek uitgevoerd naar de gezondheidstoestand van appellante, en de rechtbank had geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met M. Greebe als voorzitter. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 december 2015.