ECLI:NL:CRVB:2015:4766
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens onjuist gemeld inkomen uit arbeid
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een WIA-uitkering van appellant, die in 2005 als internationaal chauffeur uitviel door rugklachten. Appellant ontving vanaf 14 januari 2007 een loongerelateerde WGA-uitkering, die later werd omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 arbeid heeft verricht en daaruit inkomen heeft genoten, wat hij niet heeft gemeld. Dit leidde tot een herziening van zijn uitkering en een terugvordering van € 50.281,05.
De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Uwv het inkomen op een redelijke wijze heeft geschat, aangezien appellant geen inzage heeft gegeven in zijn werkzaamheden en inkomen. In hoger beroep heeft appellant zijn eerdere standpunten herhaald, maar het Uwv heeft verzocht om bevestiging van de eerdere uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv ten onrechte alle betalingen in 2011 als inkomen uit arbeid heeft aangemerkt. De herziening van de WGA-uitkering en de terugvordering over deze periode zijn onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd. De Raad heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en een nieuwe berekening van het inkomen uit arbeid en het terugvorderingsbedrag te maken.