ECLI:NL:CRVB:2015:4810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van herhaalde aanvraag Wajong-uitkering en nieuw gebleken feiten
In deze zaak gaat het om een herhaalde aanvraag van appellant voor een Wajong-uitkering, die eerder was afgewezen door het Uwv. Appellant heeft in zijn aanvraag en in de bezwaarfase aangevoerd dat er nieuwe feiten zijn die zijn aanvraag ondersteunen, met name psychische klachten die volgens hem al eerder bestonden dan door het Uwv werd vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de door appellant aangevoerde feiten niet als nieuw gebleken kunnen worden aangemerkt volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geconcludeerd dat er geen medisch objectiveerbare gegevens zijn die aantonen dat appellant voor zijn 17e of 18e jaar al psychische beperkingen had. Het Uwv heeft echter verzuimd om de aanvraag van appellant ook te beoordelen voor de toekomst, wat in strijd is met de Awb. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en wijst het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant.