ECLI:NL:CRVB:2015:4992
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van toeslag op grond van schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Den Haag. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.R. Ali, had hoger beroep ingesteld tegen de intrekking van zijn toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De intrekking vond plaats omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet tijdig te melden dat zijn kinderen naar het buitenland waren verhuisd. Het Uwv had de toeslag met terugwerkende kracht ingetrokken vanaf 14 augustus 2007, omdat er vanaf die datum geen kind jonger dan 12 jaar meer tot zijn huishouden behoorde.
De Raad oordeelde dat appellant niet onverwijld had gemeld dat zijn kinderen naar Egypte waren verhuisd, wat een schending van de inlichtingenverplichting opleverde. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellant vanaf 14 augustus 2007 geen recht meer had op de toeslag. Ook de terugvordering van de onterecht betaalde toeslag over de periode van 14 augustus 2007 tot 1 augustus 2013 werd door de Raad bevestigd, omdat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De Raad concludeerde dat de hoger beroepen van appellant niet slagen en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank.