ECLI:NL:CRVB:2015:611
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.R. Schut
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellanten
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die van 1 maart 2000 tot 1 september 2001 bijstand ontvingen op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. Vanaf 1 september 2001 ontvingen zij bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een melding dat appellant vermoedelijk zwart zou werken, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellanten inkomsten hadden uit niet-gemelde hovenierswerkzaamheden. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Appellanten hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de beslissing van het college bevestigd, waarna appellanten in hoger beroep gingen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden. De Raad stelt vast dat appellanten geen administratie hebben bijgehouden van hun werkzaamheden en inkomsten, waardoor niet kan worden vastgesteld of zij recht hadden op bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de vordering tot terugvordering niet is verjaard. De schending van de inlichtingenverplichting rechtvaardigt de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de ten onrechte verleende bijstand.