ECLI:NL:CRVB:2015:679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering wegens geschiktheid voor passende arbeid na rechtervoetklachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WIA-uitkering aan appellant, die zich arbeidsongeschikt had gemeld na een ongeval. Appellant had klachten aan zijn rechtervoet, maar de Raad oordeelde dat hij, ondanks deze klachten, in staat was om passende arbeid te verrichten. De verzekeringsarts had vastgesteld dat appellant beperkingen had, maar dat deze niet zodanig waren dat hij niet meer kon werken. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsarts goed onderbouwd waren. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen waren onderschat, maar de Raad vond geen aanknopingspunten in de medische stukken die deze claim ondersteunden. De Raad concludeerde dat de functies die aan appellant waren voorgehouden, medisch passend waren en dat er geen aanleiding was voor een urenbeperking. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.