ECLI:NL:CRVB:2015:802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand naar de norm van een alleenstaande en de gevolgen van het niet melden van de woonsituatie van een kind
In deze zaak gaat het om de herziening van de bijstandsverlening aan appellant, die sinds 2 september 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande ouder. Naar aanleiding van een signaal van het Interventieteam van de gemeente Heerlen, dat de zoon van appellant niet bij hem inwoonde, heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek toonde aan dat de zoon van appellant sinds 1 september 2010 vijf dagen per week in een internaat in België verbleef en slechts één dag in het weekend bij appellant. Op basis van deze bevindingen heeft het college besloten de bijstand van appellant te herzien naar de norm voor een alleenstaande en een maatregel opgelegd in de vorm van een verlaging van de bijstand met 10% voor de duur van acht maanden.
Appellant heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep is gegaan. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat zijn zoon wel degelijk tot zijn laste kwam, omdat hij de kosten van het internaat betaalde van de kinderbijslag die aan de moeder van de zoon werd uitbetaald. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht had op kinderbijslag en dat de kosten van het internaat daadwerkelijk ten laste van hem kwamen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat zijn zoon slechts één dag in de week bij hem verbleef. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij is geoordeeld dat de maatregel terecht is opgelegd en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.