ECLI:NL:CRVB:2016:1049
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet ondertekenen arbeidsovereenkomst na proefplaatsing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Overijssel. Appellanten ontvingen bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en waren verplicht om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden. Appellant had een proefplaatsing bij een bedrijf en kreeg een arbeidsovereenkomst aangeboden, maar weigerde deze te ondertekenen omdat hij bedenktijd wilde en aanpassingen vroeg. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede legde daarop een maatregel op, waarbij de bijstand met 100% werd verlaagd voor de duur van een maand, omdat appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen. De rechtbank verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond. In hoger beroep werd de vraag behandeld of appellant verwijtbaar had gehandeld door de arbeidsovereenkomst niet te ondertekenen. De Raad oordeelde dat appellant niet gerechtvaardigd had geweigerd de overeenkomst te aanvaarden, aangezien de aangeboden functie onder de voorwaarden algemeen geaccepteerde arbeid betrof. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de opgelegde maatregel terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bijstandsgerechtigden om aangeboden werk te aanvaarden en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen.