ECLI:NL:CRVB:2016:105
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering AIO-aanvulling wegens niet-gemelde werkzaamheden en inkomsten
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellanten door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant, geboren in 1939, ontving een onvolledig ouderdomspensioen en een AIO-aanvulling. Appellante, geboren in 1963, had vanaf juni 2011 inkomsten uit werkzaamheden, maar deze zijn niet gemeld aan de Svb. Na een heronderzoek in november 2012 heeft de Svb besloten de AOW-toeslag en de AIO-aanvulling in te trekken en terug te vorderen. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellanten ongegrond, waarna zij in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van de inkomsten van appellante. De Raad bevestigt dat de Svb de AIO-aanvulling terecht heeft ingetrokken en de teveel betaalde bedragen heeft teruggevorderd. De Raad wijst erop dat appellanten niet kunnen volhouden dat de AIO-aanvulling op een administratieve fout van de Svb berust. De Svb heeft appellanten correct geïnformeerd over hun verplichtingen en de gevolgen van het niet melden van inkomsten. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.