ECLI:NL:CRVB:2016:1170
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand wegens onduidelijke financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had op 7 februari 2014 een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft de aanvraag op 10 maart 2014 afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de inlichtingenverplichting. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad vastgesteld dat de appellant niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, waaronder bankafschriften en bewijsstukken van zijn financiële situatie. De Raad heeft geoordeeld dat de appellant onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over zijn financiële omstandigheden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van de appellant afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor het verkrijgen van bijstand.