ECLI:NL:CRVB:2016:137
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- W.J.A.M. van Brussel
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens verstoorde samenwerking en te late verzoek om kostenvergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, werkzaam bij de gemeente De Bilt, was met ingang van 10 april 2007 in dienst en had sinds april 2009 een vaste aanstelling. Het college van burgemeester en wethouders verleende hem op 22 januari 2013 ontslag, primair op basis van artikel 8:8, eerste lid, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO), wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De appellant heeft het ontslag bestreden, maar de Raad oordeelde dat de samenwerking door zijn houding en gedrag ernstig was verstoord en herstel niet meer mogelijk was. De Raad bevestigde dat het college bevoegd was om het ontslag te verlenen.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de appellant te laat had verzocht om vergoeding van de kosten die hij in bezwaar had gemaakt, omdat dit verzoek pas in hoger beroep was ingediend. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De uitspraak benadrukt het belang van een goede samenwerking binnen een ambtelijke functie en de gevolgen van een verstoorde werkrelatie voor de rechtspositie van ambtenaren.