ECLI:NL:CRVB:2016:1460
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y. Klik
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarbij het Drechtstedenbestuur de bijstandsverlening aan de echtgenote van appellant heeft ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand heeft teruggevorderd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 april 2016 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank heeft bevestigd, maar met verbetering van gronden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant en zijn echtgenote in de periode van 14 november 2007 tot en met 23 juni 2010 niet duurzaam gescheiden hebben geleefd, waardoor het bestuur bevoegd was om de kosten van bijstand van appellant terug te vorderen. De Raad heeft echter ook geoordeeld dat voor de periode van 1 februari 2007 tot 14 november 2007 niet is komen vast te staan dat er geen duurzame scheiding was, waardoor het bestuur niet bevoegd was om de kosten van bijstand over deze periode van appellant terug te vorderen. De rechtbank had in haar uitspraak de beroepsgrond van appellant met betrekking tot het EVRM niet inhoudelijk besproken, omdat appellant deze grond niet eerder had aangevoerd. De Raad heeft bevestigd dat de rechtbank terecht deze grond buiten beschouwing heeft gelaten, omdat de omvang van het geschil beperkt was tot de uitvoering van de eerdere uitspraak van de Raad. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder veroordeling in de proceskosten.