ECLI:NL:CRVB:2016:172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onduidelijke woonsituatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellant heeft zich op 28 december 2013 gemeld voor bijstandsverlening, maar zijn aanvraag werd afgewezen op 12 februari 2014, omdat zijn woonsituatie onduidelijk was. Appellant heeft geen adequate informatie verstrekt over zijn feitelijke verblijfplaats en heeft niet gereageerd op verzoeken om aanvullende gegevens. Tijdens het proces heeft de rechtbank Rotterdam de afwijzing geschorst, maar uiteindelijk heeft het college de aanvraag opnieuw afgewezen op 25 juni 2014, met als argument dat appellant onvoldoende had aangetoond hoe hij in zijn levensonderhoud voorzag.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 januari 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woonsituatie en dat hij niet had meegewerkt aan een huisbezoek. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. De onduidelijke woonsituatie van appellant was voldoende grond voor de afwijzing van de bijstandsaanvraag, en de gronden die appellant in hoger beroep aanvoerde, werden niet geaccepteerd.