Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv om haar geen WIA-uitkering toe te kennen. Appellante, die van 3 augustus 2009 tot 2 augustus 2011 als kledingverkoopster werkte, meldde zich op 20 oktober 2011 ziek vanwege pijnklachten. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering op 16 juli 2013, werd zij door het Uwv op 10 september 2013 afgewezen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante maakte bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn besluit na aanvullend medisch onderzoek.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellante tegen het Uwv-besluit ongegrond. Appellante stelde dat haar gezondheidssituatie niet goed werd ingeschat en dat zij niet in staat was om de geselecteerde functies uit te oefenen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige voldoende rekening hadden gehouden met de medische informatie en dat appellante geschikt werd geacht voor de functies productiemedewerker en machinebediende. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere conclusies van de rechtbank en het Uwv kon weerleggen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad oordeelde dat appellante in staat was om de geselecteerde functies te vervullen en dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de geschiktheid voor werk.