ECLI:NL:CRVB:2016:1925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgindicatie en medische adviezen in het kader van de AWBZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die bekend is met achondroplasie en een partiële dwarslaesie, tegen een besluit van het CIZ inzake zijn zorgindicatie. Appellant had eerder een indicatie op grond van de AWBZ voor verschillende zorgvormen, maar zijn aanvraag voor verlenging en uitbreiding van de indicatie werd deels afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de medische adviezen die aan de besluitvorming ten grondslag lagen. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de medische adviezen, ondanks het feit dat appellant niet persoonlijk door de medisch adviseur is onderzocht. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Raad concludeert dat de medische adviezen voldoende onderbouwd zijn en dat er geen noodzaak is voor een deskundige. De uitspraak wordt openbaar gedaan op 18 mei 2016.