ECLI:NL:CRVB:2016:2000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanmelding als wanbetaler en bestuursrechtelijke premie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de aanmelding van appellante als wanbetaler door VGZ Zorgverzekeraar N.V. en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke premie die appellante verschuldigd is. Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Zorginstituut Nederland, dat de bestuursrechtelijke premie in zijn geheel op haar inkomen zou worden ingehouden. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij het Zorginstituut had gesteld dat er geen bezwaar mogelijk is tegen de verschuldigdheid of hoogte van de bestuursrechtelijke premie. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van appellante aangevoerd dat de inning van de premie heeft geleid tot registratie bij het Bureau Kredietregistratie, wat nadelige gevolgen voor haar heeft gehad. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank de beroepsgronden afdoende heeft besproken en dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.