Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
zover daarbij vergoeding van de kosten van bezwaar en het verzoek om schadevergoeding
zijn afgewezen;
van in totaal € 167,- vergoedt;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, waarbij bijzondere bijstand werd toegekend voor extra kosten door wassen en slijtage van kleding en beddengoed. Appellant had eerder een bedrag van € 244,- per jaar ontvangen, maar stelde dat hij recht had op een hogere vergoeding vanwege voortdurende incontinentie. Het college had in een eerder besluit het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar tegen een ander besluit ongegrond verklaard. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant dezelfde gronden aangevoerd en aanvullende medische informatie ingediend. Het college heeft niet gereageerd op de oproep om ter zitting te verschijnen. De Raad heeft vastgesteld dat het college met een nader besluit alsnog een hogere vergoeding van € 449,- per jaar heeft toegekend, maar niet heeft beslist op het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten in bezwaar en schadevergoeding. De Raad heeft geoordeeld dat het college onrechtmatig heeft gehandeld door niet op het verzoek van appellant te beslissen en heeft het bestreden besluit vernietigd. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de kosten van bezwaar en proceskosten, die in totaal € 2.591,98 bedragen. De Raad heeft ook bepaald dat het college aan appellant het betaalde griffierecht van € 167,- moet vergoeden.