ECLI:NL:CRVB:2016:246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- C.H. Bangma
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verhoging invaliditeitspensioen wegens gebrek aan oorzakelijk verband met dienstverband en overschrijding van redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die sinds 1987 een militair invaliditeitspensioen ontvangt, verzocht om verhoging van dit pensioen vanwege gehoorverslechtering. De minister van Defensie heeft echter vastgesteld dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de ouderdomshardhorendheid van de appellant en zijn dienstverband. De Raad heeft de medische adviezen van de minister als zorgvuldig en voldoende onderbouwd beoordeeld. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak in hoger beroep.
Daarnaast heeft de appellant schadevergoeding gevraagd wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad heeft vastgesteld dat de totale procedure meer dan vier jaar heeft geduurd, wat een overschrijding van de redelijke termijn met zich meebracht. De Raad heeft de minister en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van elk € 1.000,- aan de appellant als schadevergoeding voor deze overschrijding. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van medische adviezen in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om de redelijke termijn in acht te nemen, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.