ECLI:NL:CRVB:2016:2494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.G. Hink
- Y.J. Klik
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) aan de orde is. Appellante ontving van 1 augustus 2010 tot en met 31 december 2011 bijstand, maar er ontstond twijfel over haar woonplaats. Na een onderzoek door de Sociale Recherche Pentasz Mergelland, dat werd ingesteld naar aanleiding van bankafschriften die door appellante waren overgelegd, concludeerde het college dat appellante niet haar hoofdverblijf had op het uitkeringsadres. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand per 1 januari 2012 en de terugvordering van eerder verstrekte bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste besluit ongegrond, maar het beroep tegen het tweede besluit gegrond, waarbij de rechtsgevolgen in stand werden gelaten. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het geschil zich beperkt tot de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. De Raad oordeelt dat de onderzoeksbevindingen van de sociale recherche voldoende feitelijke grondslag bieden voor de conclusie dat appellante in deze periode niet haar woonplaats had in de gemeente waar zij stond ingeschreven. De verklaringen van appellante en haar ex-echtgenote, alsook die van een buurvrouw, ondersteunen deze conclusie. De Raad bevestigt dat het college niet tekort is geschoten in zijn onderzoeksplicht en dat de intrekking van de bijstand terecht is gebeurd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.