ECLI:NL:CRVB:2016:2573
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Centrale Raad van Beroep inzake verzoek om informatie en afwijzing bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, die bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), hadden bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van rechtsbijstand en voor het toezenden van afschriften van dossierstukken door de Raad. Het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug had de aanvraag voor het toezenden van afschriften afgewezen, wat leidde tot een geschil.
De Raad heeft vastgesteld dat de reactie van het dagelijks bestuur op het verzoek om informatie van de appellanten geen besluit op grond van de WWB was. De appellanten stelden dat hun verzoek om informatie onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) viel, maar de Raad oordeelde dat dit verzoek niet als zodanig kon worden aangemerkt. Hierdoor verklaarde de Raad zich onbevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep met betrekking tot het verzoek om informatie.
Wat betreft de afwijzing van de bijzondere bijstand, onderschreef de Raad het oordeel van de rechtbank dat de kosten niet als noodzakelijke kosten konden worden aangemerkt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellanten op dit punt niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om duidelijk aan te geven op welke wettelijke grond hun verzoeken zijn gebaseerd, en dat de Raad niet bevoegd is om te oordelen over verzoeken die niet onder de relevante wetgeving vallen.