ECLI:NL:CRVB:2016:2749
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Terugvordering voorschot en afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende financiële inzicht
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij haar aanvragen om bijstand zijn afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 juli 2016 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening en de hoofdzaak. Verzoekster had op 18 december 2013 een aanvraag om bijstand ingediend, maar trok deze op 11 februari 2014 in. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg heeft daarop een voorschot van € 415,- verstrekt, maar dit later teruggevorderd omdat er geen recht op bijstand was vastgesteld. Verzoekster heeft vervolgens opnieuw bijstand aangevraagd op 22 april 2014, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de inlichtingenverplichting. Het college had om inzage in haar financiële situatie gevraagd, maar verzoekster heeft niet de gevraagde bankafschriften overgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college terecht de aanvraag om bijstand heeft afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar financiële situatie. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank zijn bevestigd.