ECLI:NL:CRVB:2016:2965
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot bevordering naar functie Specialist Ontwikkeling SO 2 na afwijzing door het college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer, had verzocht om bevordering naar de functie Specialist Ontwikkeling, niveau 2 (SO 2), maar dit verzoek was door het college van burgemeester en wethouders afgewezen. De appellant stelde dat hij alle taken verricht die verbonden zijn aan de functie SO 2 en dat hij in de praktijk had aangetoond te voldoen aan de criteria voor bevordering. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat er wezenlijke verschillen bestaan tussen de functies SO 2 en SO 3, en dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij alle werkzaamheden verricht die aan de functie SO 2 zijn verbonden.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn argumenten, maar de Raad kwam tot de conclusie dat de gronden in essentie een herhaling waren van wat eerder was aangevoerd. De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden gemotiveerd had verworpen en dat er geen aanleiding was om het oordeel van de rechtbank onjuist te achten. De Raad vond ook geen bewijs voor de stelling van de appellant dat er vooringenomenheid was bij het college, voortvloeiend uit een conflict met een voormalige leidinggevende. Uiteindelijk bevestigde de Raad de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.