ECLI:NL:CRVB:2016:3358
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten verplicht eigen risico Zvw
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijzondere bijstand ongegrond had verklaard. Appellant had op 12 augustus 2014 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van het verplichte eigen risico ingevolge de Zorgverzekeringswet (Zvw) over het jaar 2014, maar het college van burgemeester en wethouders van Schiedam heeft deze aanvraag afgewezen. Het college stelde dat de kosten van het eigen risico uit de bijstandsnorm moeten worden voldaan, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden.
De rechtbank heeft in haar uitspraak bevestigd dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, en appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de uitspraak door een andere rechter was gedaan dan degene die de zaak ter zitting had behandeld. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank appellant tijdig op de hoogte had gesteld van deze gang van zaken en dat appellant geen verdere informatie had ingewonnen.
De Raad heeft verder overwogen dat de kosten van het verplicht eigen risico als algemene noodzakelijke kosten van bestaan worden beschouwd, en dat bijzondere bijstandsverlening alleen mogelijk is bij bijzondere omstandigheden. Appellant heeft niet aangetoond dat hij in een dergelijke situatie verkeert. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.