Uitspraak
13 juli 2016. Namens appellante is verschenen mr. Kaya. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Z. Seyban. Na behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst.
OVERWEGINGEN
19 november 2012 geen recht meer heeft op ziekengeld.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante, die als cateringmedewerkster werkte en op 9 juni 2009 uitviel door lichamelijke en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellante na de voorgeschreven wachttijd geen recht had op een uitkering ingevolge de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Na een periode van werkloosheid heeft appellante zich per 15 september 2012 opnieuw ziek gemeld, waarna zij een ZW-uitkering ontving. Het Uwv heeft op 12 november 2012 besloten dat appellante met ingang van 19 november 2012 geen recht meer had op deze uitkering, omdat zij geschikt werd geacht voor het verrichten van minimaal één van de functies die in het kader van de Wet WIA aan haar waren voorgehouden.
De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om de conclusies van het Uwv te betwijfelen. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de diagnose Hernia Nucleus Pulposus (HNP) pas na de datum in geding is gesteld, maar dat de klachten toen al aanwezig waren. Het Uwv heeft hiertegen ingebracht dat de diagnose niet relevant is voor de beoordeling van de ZW-uitkering, maar dat het gaat om de medisch objectiveerbare beperkingen tot het verrichten van arbeid.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig en volledig is geweest. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet met objectieve medische stukken heeft onderbouwd dat zij op de datum in geding niet in staat was om haar arbeid te verrichten. De Raad heeft de conclusie van het Uwv bevestigd dat appellante per 19 november 2012 geen recht meer had op ziekengeld, en het hoger beroep van appellante afgewezen.