Uitspraak
OVERWEGINGEN
18 augustus 2014 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van
15 augustus 2014 ten grondslag.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante, werkzaam als algemeen medewerker/schoonmaakster, meldde zich op 19 augustus 2013 ziek vanwege psychische en lichamelijke klachten. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts op 27 mei 2014, werd vastgesteld dat zij per 3 juni 2014 niet langer recht had op ziekengeld. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de klachten van appellante adequaat waren beoordeeld. In hoger beroep voerde appellante aan dat de verzekeringsartsen ten onrechte geen informatie hadden opgevraagd bij haar behandelend psycholoog. Het Uwv verdedigde de eerdere beslissing en stelde dat de psycholoog niet geraadpleegd hoefde te worden, omdat er geen afwijkend standpunt was. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de informatie van de psycholoog niet leidde tot een ander oordeel. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.