Uitspraak
OVERWEGINGEN
,mogelijk een psychotische stoornis of een posttraumatische stressstoornis. Er is sprake van onvermogen op alle drie de niveaus van persoonlijk en sociaal functioneren. Hoewel van genoemde psychiater geen reactie is ontvangen, heeft de verzekeringsarts om verdere vertraging te voorkomen het onderzoek voortgezet. In het aanvullend rapport van 12 juli 2007 heeft de verzekeringsarts geconcludeerd dat appellante niet over duurzaam benutbare mogelijkheden beschikt. De verzekeringsarts Smol ziet appellante als tweede verzekeringsarts bij een vervolgonderzoek op 8 juli 2007 in het kader van de herbeoordeling. In het rapport van 1 augustus 2007 heeft deze verzekeringsarts vastgesteld dat appellante niet aanspreekbaar is, zich vreemd gedraagt, onrustig is, het hoofddoekje van haar hoofd trekt, mompelt, bidt en lacht. Zij is volledig afhankelijk van anderen. De verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat het gedrag van appellante als psychotisch geduid moet worden. Er is sprake van compleet disfunctioneren op micro-, meso- en macroniveau en het ontbreken van duurzaam benutbare mogelijkheden op medische gronden. Bij besluit van 14 augustus 2007 is de uitkering van appellante ongewijzigd voortgezet.
.De verzekeringsarts heeft daarbij de mening van de huisarts, twee psychiaters en de voorgaande verzekeringsartsen meegewogen. De gedachte dat sprake is van simulatie komt volgens zijn rapport al snel boven drijven. De verzekeringsarts stelt vast dat appellante op 24 september 2004 is gezien door een andere verzekeringsarts van het Uwv en dat de naar aanleiding van dat contact opgestelde FML, voor zover het de fysieke problematiek van appellante betreft, een adequate weergave bevat van haar problematiek. Mentale beperkingen waren toen niet aanwezig, aldus de verzekeringsarts. De psychische beperkingen die in de FML van 24 september 2009 waren vastgelegd zijn door de verzekeringsarts Bhaggoe niet overgenomen.