Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die zijn beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 21 januari 2015 besloten om de eerder aan appellant toegekende WAO-uitkering te herzien, waarbij appellant geschikt werd geacht voor verschillende functies ondanks zijn gezondheidsklachten. Appellant had zich op 18 maart 2015 ziek gemeld en het Uwv concludeerde op basis van medisch onderzoek dat zijn belastbaarheid niet wezenlijk was veranderd. De rechtbank bevestigde het standpunt van het Uwv, maar appellant stelde dat er fouten waren gemaakt in de procedure en dat zijn beperkingen niet goed waren ingeschat.
Tijdens de zitting op 7 september 2016 heeft appellant zijn bezwaren toegelicht, waaronder het te laat ontvangen van het verweerschrift van het Uwv en het afwijzen van zijn verzoek om getuigen te horen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant per 14 april 2015 geschikt was voor de geduide functies en derhalve geen recht had op ziekengeld. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen nieuwe feiten waren die de eerdere conclusies van het Uwv konden ondermijnen. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, evenals de veroordeling in proceskosten.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept het belang van zorgvuldig medisch onderzoek in het kader van arbeidsongeschiktheid en het recht op uitkeringen.