ECLI:NL:CRVB:2016:4153
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onduidelijke woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. De appellante had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend, maar deze aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals. De afwijzing was gebaseerd op twijfels over de woon- en leefsituatie van de appellante, die onjuiste en tegenstrijdige informatie had verstrekt. De sociale recherche voerde een onderzoek uit, waaruit bleek dat de appellante niet op het opgegeven adres woonde en dat haar verklaringen niet overeenkwamen met de waarnemingen van de sociale recherche.
De rechtbank had het beroep van de appellante tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de appellante niet voldoende duidelijkheid had verschaft over haar situatie en dat het college terecht had geconcludeerd dat de inlichtingenverplichting was geschonden. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. De appellante had in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangedragen die de eerdere beslissing konden weerleggen.
De uitspraak bevestigt dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag terecht was, en dat de appellante voldoende gelegenheid had gehad om haar standpunt naar voren te brengen tijdens de procedure. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.