Uitspraak
15 oktober 2014, 14/3034 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
30 november 2008.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een eerdere intrekking van de WIA-uitkering van appellante. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte geen Amber-beoordeling heeft uitgevoerd en dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen vanuit dezelfde ziekteoorzaak. Appellante had eerder een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend, maar het Uwv had vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, omdat zij geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die relevant waren voor haar situatie op 30 november 2008. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat er nieuwe medische omstandigheden zijn ontstaan na een val in december 2012, maar de Raad oordeelt dat deze omstandigheden niet leiden tot herziening van het eerdere besluit. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en laat het bestreden besluit in stand onder toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht.