ECLI:NL:CRVB:2016:4412
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet-gemelde werkzaamheden als zelfstandige
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellant, die sinds 18 december 2009 bijstand ontving. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft de bijstand ingetrokken over de periode van 1 juni 2011 tot en met 30 juni 2012, omdat appellant als zelfstandige geregistreerd stond bij de Kamer van Koophandel en niet alle inkomsten had opgegeven. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen dit besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij als directeur van de onderneming werkzaam was.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, waarbij hij aanvoert dat hij niet de intentie had om zich als zelfstandige te vestigen en dat hij al zijn inkomsten als verkoper had doorgegeven. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant wel degelijk als zelfstandige moet worden aangemerkt, gezien zijn registratie en de werkzaamheden die hij heeft verricht. De Raad stelt vast dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, wat een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. Appellant heeft niet aangetoond dat hij recht had op bijstand, en het hoger beroep wordt afgewezen.