ECLI:NL:CRVB:2016:469
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep WIA na tegemoetkoming door Uwv
Op 10 februari 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/4699 WIA. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem van 15 juli 2013. In deze zaak heeft appellante, een B.V. gevestigd te [appellante], haar hoger beroep ingetrokken nadat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 7 mei 2015 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarmee het Uwv geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante.
De Raad heeft op 17 april 2015 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2015:1319. Na de intrekking van het hoger beroep door appellante, heeft zij verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is met toestemming van partijen achterwege gelaten.
De Raad heeft overwogen dat op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellante moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 3.073,-, bestaande uit kosten van rechtsbijstand en de vordering van de bedrijfsarts E. Pinxter. De bezwaarkosten komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat appellante zelf bezwaar heeft gemaakt.
De uitspraak is gedaan door M. Greebe, in tegenwoordigheid van N. Talhaoui als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 februari 2016.