Uitspraak
OVERWEGINGEN
14 juni 2010 onderzocht. Uit het daarover opgemaakte rapport van die verzekeringsarts van
17 juni 2010 komt naar voren dat werknemer ten tijde van dat onderzoek rolstoelafhankelijk en marginaal belastbaar is wegens forse lichamelijke en psychische beperkingen. In verband met pijnklachten en intensieve behandelingen kan werknemer gemiddeld ongeveer 2 uur per dag/10 uur per week werken. De verzekeringsarts heeft de mogelijkheden en beperkingen van werknemer vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 15 juni 2010. Een arbeidsdeskundige van het Uwv heeft op 9 juli 2010 vastgesteld dat voor werknemer geen passende functies zijn te selecteren. Bij besluit van 12 juli 2010 heeft het Uwv vastgesteld dat voor werknemer met ingang van 15 juli 2010 op grond van artikel 54 van de Wet WIA recht is ontstaan op een WGA-uitkering.
31 augustus 2012 vooropgesteld dat geen verschil van inzicht bestaat over het bij werknemer bestaan van meervoudige pathologie met belemmeringen tot gevolg. Ook is duidelijk dat het een langdurige kwestie is, immers, reeds jaren zijn ondanks behandeling de functionele mogelijkheden van werknemer dezelfde gebleven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep memoreert in zijn rapport dat werknemer nog steeds wordt behandeld. De schouder wordt nu conservatief behandeld (lokale infiltratie) maar operatief ingrijpen wordt inmiddels overwogen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep wijst erop dat een operatieve behandeling tot doel heeft aangedane of belemmerende delen zodanig te verwijderen dat deze geen pijn meer opleveren en de beweeglijkheid en bruikbaarheid van het schoudergewricht toenemen. Voor de nekstreek geldt hetzelfde. De pijnklachten van werknemer kunnen verminderen en de functionaliteit van de nek kan toenemen, indien bij operatief ingrijpen kans wordt gezien druk op de neurogene structuren te verminderen of weg te nemen. Voor zowel de schouder- als de nekproblematiek is een operatierisico gerechtvaardigd, gelet op de kans op verbetering van de gezondheidssituatie van werknemer. Die kans op verbetering is weliswaar geen 100%, maar die kans is ook niet uit sluiten, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Hij concludeert dat niet overduidelijk is dat de komende behandelingen niet tot een verbetering van de situatie van werknemer gaan leiden. Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van het Uwv in een rapport van 1 oktober 2012 geconcludeerd dat de theoretische verdiencapaciteit van werknemer nihil is.
Wet WIA, zodat hij ingevolge artikel 47 van de Wet WIA recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering.
Wet WIA, waarbij hij een inschatting dient te maken van de herstelkansen, in de zin van verbetering van de functionele mogelijkheden van de betrokken verzekerde. Dit brengt mee dat de inschatting van de verzekeringsarts van de kans op herstel in het eerste jaar en daarna dient te berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de betreffende individuele verzekerde aan de orde zijn. In het geval de inschatting van de kans op herstel berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele verzekerde.
BESLISSING
G. van Zeben-de Vries als leden, in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 april 2015.