ECLI:NL:CRVB:2016:482
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Militair invaliditeitspensioen geweigerd op basis van onjuiste beoordeling van psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een militair invaliditeitspensioen aan appellant, die als militair was uitgezonden naar Joegoslavië. Appellant had in 2009 verzocht om toekenning van een militair invaliditeitspensioen, maar zijn verzoek werd afgewezen door de Minister van Defensie. De minister baseerde zijn besluit op een militair geneeskundig onderzoek, dat concludeerde dat de psychische klachten van appellant niet aan zijn dienstverband konden worden toegeschreven. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De Centrale Raad benoemde drs. H.S.R. Witte als deskundige, die concludeerde dat appellant lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS) als gevolg van zijn uitzending. De Raad oordeelde dat het rapport van de deskundige zorgvuldig en consistent was en dat het eerdere rapport van de verzekeringsarts M. Levy niet meer geldig was. De Raad stelde vast dat appellant recht had op een militair invaliditeitspensioen, berekend op een mate van invaliditeit van 28% vanaf 5 februari 2008.
De Raad vernietigde het besluit van de minister en de eerdere uitspraak van de rechtbank, en oordeelde dat de minister de proceskosten van appellant moest vergoeden, inclusief de kosten voor het deskundigenrapport. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van medische rapporten in het kader van aanvragen voor invaliditeitspensioenen.