ECLI:NL:CRVB:2016:49
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking bijstandsverlening na termijnoverschrijding bezwaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die sinds 1 maart 2009 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn heeft op 10 juli 2013 het recht op bijstand van appellant opgeschort en op 14 augustus 2013 ingetrokken. Appellant heeft op 4 oktober 2013 bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze bezwaren op 20 februari 2014 niet-ontvankelijk verklaard omdat ze te laat waren ingediend. De rechtbank Amsterdam heeft de beroepen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep is gegaan.
Appellant stelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is vanwege psychische problemen die hem belemmerden om adequaat om te gaan met binnenkomende post. Hij verwijst naar een rapport van een medisch adviseur, maar de Raad oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door zijn psychische klachten niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.