ECLI:NL:CRVB:2016:4991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- P. Vrolijk
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en geschiktheid functies na aanscherping belastbaarheid
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die zich ziek had gemeld wegens lichamelijke en psychische klachten. Appellante, die als cateringmedewerker werkte, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts stelde beperkingen vast in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML), maar het Uwv oordeelde dat appellante geschikt was voor passende functies, waardoor er geen recht op uitkering ontstond. Appellante ging in bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. In beroep bij de rechtbank werd het bezwaar ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende had gemotiveerd dat er geen duurzaam benutbare mogelijkheden ontbraken. Appellante herhaalde haar gronden in hoger beroep en voegde nieuwe medische informatie toe, maar de Raad voor de Rechtspraak bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het Uwv de beperkingen van appellante niet had onderschat en dat de geschiktheid voor de functies voldoende was onderbouwd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.