ECLI:NL:CRVB:2016:515
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die op 3 februari 2015 haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Het Uwv had eerder de bezwaren van appellante tegen besluiten van 26 februari en 6 maart 2012 niet-ontvankelijk verklaard, omdat er volgens het Uwv geen besluiten waren genomen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft dit standpunt van het Uwv gevolgd en het beroep van appellante ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de uitspraak van de rechtbank niet in het openbaar is uitgesproken en dat de griffier ten tijde van de uitspraak op vakantie was. De Raad heeft echter vastgesteld dat er geen reden is om aan de juistheid van de openbaarheidsverklaring van de rechtbank te twijfelen. De Raad heeft ook opgemerkt dat niet alle uitspraken op rechtspraak.nl worden gepubliceerd, wat niet betekent dat de uitspraak niet openbaar is gedaan.
De Raad heeft de argumenten van appellante niet onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door A.I. van der Kris, in aanwezigheid van griffier C.M.A.V. van Kleef, en is openbaar uitgesproken op 17 februari 2016.