ECLI:NL:CRVB:2016:559
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die als thuishulp werkte, had een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door pijnklachten in de benen en psychische klachten. Het Uwv had vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de weigering van de uitkering. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de medische beperkingen van appellante adequaat hadden vastgesteld. Appellante voerde aan dat haar klachten niet goed waren beoordeeld en dat er sprake was van sociaal en persoonlijk disfunctioneren. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank, waarbij werd benadrukt dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hadden gehouden met de medische gegevens en dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van appellante vielen. De Raad zag geen aanleiding om een deskundige in te schakelen en concludeerde dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd.