ECLI:NL:CRVB:2016:70
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing bijstandsaanvraag en buitenbehandelingstelling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Enschede ongegrond heeft verklaard. Appellant had zich op 18 december 2013 gemeld voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en een aanvraag ingediend op 8 januari 2014. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellant niet alle gevraagde bankafschriften had overgelegd. Appellant heeft vervolgens opnieuw een aanvraag ingediend, maar deze werd ook afgewezen omdat hij niet op het opgegeven adres woonde. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat de ontbrekende bankafschriften essentieel waren voor de beoordeling van de bijstandsaanvraag. Appellant heeft niet kunnen aantonen dat hij niet in staat was om de gevraagde gegevens te overleggen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.