ECLI:NL:CRVB:2016:787
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake te laat ingediend bezwaar en herzieningsverzoek bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante had in 2011 bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), maar haar aanvraag werd afgewezen omdat haar woonsituatie niet kon worden vastgesteld. In 2013 diende zij opnieuw een aanvraag in, die wel werd goedgekeurd. Appellante verzocht in 2014 om herziening van het eerdere besluit, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar te laat was ingediend en dat appellante geen verschoonbare reden had gegeven voor de overschrijding van de bezwaartermijn. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij door haar psychische klachten niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad benadrukte dat de mogelijkheid om terug te komen van een besluit niet bedoeld is om een discussie te voeren over een zaak die al in bezwaar of beroep had kunnen worden behandeld.