Uitspraak
26 januari 2015, 14/2064 en 14/3675 (aangevallen uitspraak)
4 november 2015.
OVERWEGINGEN
30 september 2009 is hij wegens psychische klachten voor dat werk uitgevallen. Bij besluit van 22 september 2011 heeft het Uwv hem met ingang van 28 september 2011 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Daarbij is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 80 tot 100%. Bij besluit van 25 november 2011 is het bezwaar tegen het besluit van
22 september 2011 ongegrond verklaard.
25 november 2011 en tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar tegen het besluit van 22 november 2013.
22 september 2011 en 22 november 2013 ingetrokken. Het Uwv heeft aan appellant een dwangsom van in totaal € 180,- toegekend wegens de overschrijding met negen dagen van de beslistermijn, die gold voor de beslissing van het Uwv op het bezwaar van appellant tegen het besluit van 22 november 2013.
28 september 2011 toekennen van een IVA-uitkering. Bij besluit van 26 november 2014 heeft het Uwv het door appellant daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
schade-expert.
niet-ontvankelijkverklaring van het beroep kon leiden. De Raad zal de aangevallen uitspraak in zoverre vernietigen en bepalen dat het niet slagen van de beroepsgrond gericht tegen het dwangsombesluit van 9 juli 2014 ertoe leidt dat het beroep in zoverre ongegrond is.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover daarbij het beroep van appellant tegen het dwangsombesluit van 9 juli 2014 niet-ontvankelijk is verklaard;
- verklaart het beroep van appellant tegen het dwangsombesluit van 9 juli 2014 ongegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 37,70;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van totaal € 167,- vergoedt.