Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellante, die als docente basisonderwijs werkte, had zich ziek gemeld met vermoeidheidsklachten en vroeg een uitkering aan op grond van de Wet WIA. Het Uwv stelde vast dat zij per 10 februari 2014 geen recht had op een uitkering, gebaseerd op rapporten van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank bevestigde het standpunt van het Uwv, wat leidde tot het hoger beroep.
In hoger beroep voerde appellante aan dat haar beperkingen onvoldoende waren erkend en dat er meer beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgenomen hadden moeten worden. Ze betoogde dat er geen rekening was gehouden met haar beperkingen in aandacht, geheugen, en de effecten van geluid op haar functioneren. Het Uwv verdedigde de eerdere besluiten en de rechtbank oordeelde dat de medische situatie van appellante correct was vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.