ECLI:NL:CRVB:2017:1045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering studiefinanciering op basis van leeftijdscriteria en toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant had op 28 mei 2015 een aanvraag ingediend voor studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft deze aanvraag op 29 mei 2015 afgewezen, omdat de appellant op de datum waarop het recht op studiefinanciering zou kunnen ingaan, 30 jaar of ouder was. De minister verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond in een besluit van 22 juli 2015.
De rechtbank Limburg heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van de minister ongegrond verklaard, met de overweging dat de appellant niet in aanmerking komt voor studiefinanciering op basis van artikel 2.3, derde lid, van de Wsf 2000. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor toepassing van de hardheidsclausule, omdat de strikte toepassing van de wet in overeenstemming was met de bedoeling van de wetgever en er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij met de invoering van het leenstelsel in september 2015 in aanmerking zou moeten komen voor studiefinanciering. Hij stelde dat de huidige criteria hem belemmeren om een opleiding te volgen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de minister op basis van de wet verplicht was de aanvraag af te wijzen, aangezien de appellant op het moment dat het recht op studiefinanciering zou kunnen ingaan, 34 jaar oud was. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.