Uitspraak
CAK
BESLISSING
niet-ontvankelijk worden verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 14/3437 ZVW-PV. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de indiener van het hoger beroep, wijlen de appellant, is overleden. Er is niet gebleken van erfgenamen die de appellant als partij in dit geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant heeft zich geen enkele belanghebbende gemeld met het verzoek om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen, wat de reden is voor de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de zitting is geleid door rechter A.J. Schaap. De griffier van de zitting was N. van Rooijen. Namens de tegenpartij, het CAK, was mr. M.A.H. Engelen aanwezig, maar voor de appellant is niemand verschenen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, gezien de omstandigheden van de zaak.