Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant is vastgesteld. Appellant had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar verzocht om een verhoging van zijn uitkering vanwege toegenomen arbeidsongeschiktheid. Het Uwv had vastgesteld dat appellant met ingang van 27 februari 2012 volledig arbeidsongeschikt was, maar appellant was van mening dat hij vanaf 14 januari 2014 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht had op een IVA-uitkering.
De rechtbank had in een tussenuitspraak geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv onvoldoende was gemotiveerd, met name met betrekking tot de medische beoordeling van appellant. De rechtbank gaf het Uwv de kans om het gebrek in de motivering te herstellen. In de aangevallen uitspraak oordeelde de rechtbank dat het Uwv dit gebrek had hersteld en dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand konden blijven. Appellant ging hiertegen in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de door het Uwv gegeven uitleg van de medische verklaring van dr. Fell niet onjuist was. De Raad oordeelde dat de FML voldoende rekening hield met de klachten van appellant en dat er geen medische noodzaak was voor verdere beperkingen. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen, en de rechtbank's beslissing om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, werd bevestigd. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant in hoger beroep.