ECLI:NL:CRVB:2017:1375
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 16 maart 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/7632 WWB-V. De Raad heeft het verzet van appellante ongegrond verklaard. Appellante had in hoger beroep beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank Rotterdam, maar haar hoger beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd op de brief van de Raad waarin zij werd gewezen op de voorwaarden voor vrijstelling. In verzet heeft appellante aangevoerd dat zij op 7 december 2015 stukken had opgestuurd in verband met haar verzoek om vrijstelling, maar de Raad oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet in verzuim was geweest. Het risico van niet-aangetekende verzending lag bij appellante, en het gebruik van de door de Raad aangeboden portvrije antwoordenveloppe veranderde hier niets aan. Ook had appellante niet gereageerd op eerdere correspondentie van de Raad. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.