Uitspraak
mr. A.J.G. Lindeman.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van zijn WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die als voorman/schoonmaker werkzaam was, heeft zich ziek gemeld vanwege rugklachten en psychische klachten. Na een onderzoek door een verzekeringsarts in 2011, werd vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd later door de verzekeringsarts bezwaar en beroep bevestigd, ondanks aanpassingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De rechtbank Midden-Nederland onderschreef de medische grondslag van het Uwv en verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat zijn psychische klachten, waaronder PTSS, hem belemmeren in het vervullen van functies. De Raad heeft een onafhankelijke deskundige, M. van Beem, benoemd, die concludeerde dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor de aanwezigheid van PTSS, maar wel voor een ernstige aanpassingsstoornis. De deskundige's rapport werd overtuigend bevonden en leidde tot de conclusie dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van appellant lagen. De Raad heeft geen redenen gevonden om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid door het Uwv en heeft het hoger beroep van appellant afgewezen, waarbij de aangevallen uitspraak werd bevestigd.