ECLI:NL:CRVB:2017:1566
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- P.W. van Straalen
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag en rechtsgevolgen van vernietigd besluit in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis was afgewezen. De appellanten, die een aanvraag om bijstand hadden ingediend, voerden aan dat het college de grondslag van het bestreden besluit had gewijzigd en dat de rechtbank ten onrechte had beoordeeld of het recht op bijstand kon worden vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank buiten de omvang van het geding was getreden door deze beoordeling te maken. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. De Raad oordeelde dat de appellanten onvoldoende duidelijkheid hadden verschaft over hun financiële situatie en dat het college terecht had geconcludeerd dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad veroordeelde het college in de kosten van de appellanten tot een bedrag van € 1.980,- en bepaalde dat het college het griffierecht van in totaal € 168,- moest vergoeden.