ECLI:NL:CRVB:2017:1579
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen activiteiten op Marktplaats en gebruik van bankrekening moeder
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellant, die bijstand ontving vanaf 21 augustus 2007. De sociale recherche Noord-Holland Noord heeft een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, omdat er vermoedens waren dat appellant een gezamenlijke huishouding voerde met een derde partij. Het onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant inkomsten had verzwegen, onder andere door activiteiten op Marktplaats en het gebruik van de bankrekening van zijn moeder.
Het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard heeft op basis van deze bevindingen de bijstand van appellant met terugwerkende kracht ingetrokken. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Noord-Holland heeft de uitspraak van het college bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of appellant recht had op bijstand. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken. De uitspraak werd gedaan op 18 april 2017.